Koppels kijken

0

Is het je ook al opgevallen dat heel wat koppels elkaar helemaal niks (meer) te vertellen hebben? Mij anders wel. Ik geef hierbij grif toe dat het wel een soort “beroepsmisvorming” zal zijn, indien ik dat woord hier even mag gebruiken. Als gevolg daarvan, grijp ik elke langs drijvende kans aan om koppels te bestuderen. Dat kunnen jonge, half belegen of sterk belegen koppels zijn. Koppels met en koppels zonder kinderen. Maakt allemaal niks uit. Zolang ik maar kan kijken en registreren ben ik al dik tevreden.

Helaas is het plaatje dat ik registreer, veelal weinig bemoedigend. Want wat me vooral opvalt in de verschillende omstandigheden waarin ik koppels bekijk, is dat de partners ontstellend vaak niet op elkaar gericht zijn. Dat er weinig of zelfs helemaal geen communicatie of andere interactie is tussen de twee hoofdrolspelers. En dan hebben we het hier nog niet eens over positieve interactie. Soms zijn de verveling, de wanhoop of de berusting zomaar af te lezen van hun gezichten. En er is meer. Bepaalde koppels zien er bij dit patroon, eigenlijk best tevreden uit, zo zittend bij elkaar zonder elkaar te zien. Zonder ook maar een blik of woord te wisselen. Ondanks die schijnbare berusting ontbreekt hier steevast de vreugdevolle toets. De blijheid annex dankbaarheid om elkaars gezelschap in dit korte leven. Dan vraag ik me automatisch af: is dat alles wat er is of overblijft tussen twee mensen? Staat er een vervaldag op een koppel? Of is alles hier al gezegd, gedaan, volbracht?

Vanzelfsprekend besef ik ook: wie ben ik om me over een dergelijke toestand uit te spreken? Maar telkens opnieuw kijkend naar twee mensen, blijf ik met vragen zitten. Net als de Nederlandse popgroep “Doe Maar” vraag ik me aldoor af: “Is dit alles? Is dit alles wat er is?”
Is verveling, berusting, gewoonte of onverschilligheid nou echt alles wat er overblijft tussen twee mensen die elkaar hopelijk eens graag gezien hebben? Op die momenten zou ik een onopvallend vliegje willen zijn. Eentje dat ongemerkt op de schouder van hem of haar neerstrijkt om met hen mee te gaan naar huis. Mijn onderzoek zou dan verder lopen, uiteraard achter de gesloten deuren van hun gezamenlijke biotoop. Op de eigenlijke crime scene, zeg maar. Ach…misschien is het wel beter dat ik dit allemaal niet zie, niet weet. Want ik vrees dat ik het uiteindelijk zeer moeilijk zou hebben met het registreren van zoveel zinloosheid.

Share.

Over de auteur

Karina is relatie-dating ervaringsdeskundige en schrijfster van boeken 'Hoera, ik heb een date', 'Late Liefde', 'Aan het daten? Goed om weten!' en 'Het Kluwen, vijand van nieuwe liefde'.

Reageer