Vorige week heb ik een nieuw woordje geleerd. Een mooi woordje nog wel: venuspauze.
Tijdens een fijn gesuikerde en gezellige bijeenkomst met vrienden en familie, vertelde mijn tafelgenoot Steven mij dat één van zijn Brusselse collega’s, een rijpe dertiger, momenteel een venuspauze inlast. Ik begreep terstond wat er zo ongeveer mee bedoeld werd, maar vroeg voor alle zekerheid toch maar welke lading die vlag juist dekt.
‘Ik bedoel ermee dat er momenteel geen vrouw slash sekspartner in zijn leven is, nadat zijn vriendin het is afgestapt’, legde Steven uit, ‘en daar heeft hij intussen best wel vrede mee’.
Waarna we ons weer eensgezind op een volgende, heerlijk zoete hap stortten. We smulden en smakten samen een eind weg, toen Steven eraan toe voegde:
‘Ken je de Engelse uitdrukking “I am between jobs”? Wij zouden gewoon zeggen: ik ben werkloos of ik vind maar geen baan, maar “between jobs” klinkt stukken minder hopeloos, vind je ook niet? Ik denk dat “venuspauze” in dezelfde categorie thuis hoort. Heb ik gelijk of heb ik gelijk’, vroeg hij, terwijl hij zich recht stelde om nog maar eens een exquis dessert uit te kiezen.
Natuurlijk had Steven gelijk. Want vanaf nu ben je, man zijnde, niet langer in de steek gelaten, zit je niet meer op je honger of sta je niet meer droog. Welnee. Je bent zelfs niet eens meer alleen of single. Dat soort labels is vanaf nu voltooid verleden tijd, gezien jij dan simpelweg een “venuspauze” inlast. Het is een feit dat het woord “venuspauze” de kracht bezit om een vaak ongelukkige of hopeloze toestand, meteen een pak lichter te laten klinken. En ook makkelijker om dragen te maken. Of hoe het kind gewoon een andere naam krijgt. “What’s in a name” liet Shakespeare zijn Juliet ooit uitspreken. Maar in het woord “venuspauze” zit dus blijkbaar heel veel.
En terwijl we nu toch in de afdeling eufemismen aan het rondscharrelen zijn, kunnen we er misschien ook nog wel het woord “marspauze” bovenop gooien. Waarom ook niet? Want geef mij één goede reden waarom we het niet zouden doen. Precies!
En wat hebben we vandaag dus op school geleerd? Dat taal voortdurend leeft, evolueert en ons soms even een beter gevoel schenkt. Daar vormen “venuspauze” en “marspauze” sterke staaltjes van.