De moeilijke liefde: Rudolf

De moeilijke liefde is een liefde waarin beide partners oprecht bereid zijn ervoor te gaan, maar waarbij karaktereigenschappen of externe factoren de relatie zwaar belasten. Meestal ligt de oorzaak bij slechts één van de partners. Die partner is de ander genegen en wil echt wel het beste maken van de relatie. Maar om één of andere onvermijdelijke reden lukt dat niet en staat de band helaas voortdurend onder druk. En wel door latente moeilijkheden op alle denkbare vlakken, die als een hardnekkig virus de broze verbinding chronisch doorkruisen en aanvreten. Die moeilijkheden kunnen vanzelfsprekend verschillende vormen aannemen. Denk maar aan een nog steeds aan de gang zijnde vechtscheiding, een behoeftig probleemkind, een onredelijke ex-partner, zware financiële problemen, innerlijke twijfel, depressie, alcohol, gokzucht of een andere verslaving. Ook een moeilijke liefde wordt nauwelijks beïnvloed door het al of niet samenwonen.

De eerste man die openhartig spreekt over zijn, tot dusver alleen maar moeilijke relaties, is Rudolf (63) een gepensioneerd ingenieur. De vriendelijke, goed geklede, vinnige man die me opwacht in Vlaams – Brabant, heeft al twee late liefdes beleefd van het soort dat niet meteen van een leien dakje loopt. Momenteel zit hij middenin late liefde nummer twee. Ik luister terwijl een makkelijk pratende Rudolf me zijn verhaal doet.

“Na een vrijage van vier jaar trouwde ik met mijn eerste vrouw met wie ik twee kinderen had. We waren dertien jaar getrouwd en hadden een moeilijk leven omdat mijn vrouw ernstig dronk. Ze rookte trouwens ook flink. Na veertien jaar huwelijk verliet ze me voor een ander. Een paar jaar later werd haar alcoholverslaving haar fataal. Ze overleed toen ze pas vierenveertig was. Ik behoor tot het soort man dat zich geen zinvol leven zonder vrouw kan voorstellen. Toen de zaak dus een beetje verteerd was, keek ik noodgedwongen uit naar een nieuwe partner. Ik werkte nog volop en moest dus gericht te werk gaan omdat ik echt geen zee van tijd had. Daarom sloot ik me aan bij Raval, een vereniging die via verschillende activiteiten singles bij elkaar bracht en nog steeds brengt. Ik bezocht hun dansavonden evenals die van Schakel. Na een aantal maanden maakte ik er kennis met Lutgard, die als bediende verbonden was aan een ministerie. Het klikte meteen tussen ons en weldra zagen we elkaar dagelijks omdat we slechts negentien kilometer van elkaar af woonden. Ik ging elke dag bij haar, behalve in het weekend, dan kwam zij bij mij. Naarmate we elkaar beter leerden kennen, ontdekte ik dat Lutgard een ernstig probleem had. Telkens er zich moeilijkheden op een of ander vlak aandienden en de bijhorende emoties haar te veel werden, stortte ze zich een tijdlang lang op alcohol. Met alle denkbare gevolgen. Agressiviteit was er één van. Bovendien weigerde ze elke medische behandeling. Het was een patroon dat stamde uit haar puberteit. Ze is meermaals in een verschrikkelijke toestand in een kliniek beland. Doorgaans kreeg ze dan een spuit die haar door het ergste heen hielp en dat was het. Dat kwam onze relatie natuurlijk niet ten goede. We hebben het dus tientallen keren uitgemaakt en ons evenveel maal opnieuw verzoend. Maar het ergste moest nog komen.”