Andrew Marshall: de 6 stadia van een liefdesrelatie

Eén op één relaties veranderen voortdurend. Kijk even waar jullie je bevinden op het relatietraject. Misschien kan je de suggesties van Marshall wel gebruiken, wie weet…

Wies is Andrew G. Marshall

Marshall is een Britse relatietherapeut en bestsellerauteur van kleppers zoals: “Ik hou van je maar ben niet meer verliefd op jou” en ”Hoe kan ik je ooit nog vertrouwen?” Hij leidt in Londen een team van therapeuten, schrijft regelmatig voor kranten en duikt op in tv-programma’s. Diezelfde Marshall nu, onderscheidt 6 stadia in een gangbare liefdesrelatie. De zes stadia vertonen elk een probleem of knelpunt waaraan kan gewerkt worden via de bijhorende suggestie/oplossing.

De 6 fasen van een liefdesrelatie

• Fase 1: het in elkaar opgaan (duurt circa 18 maanden)
  • Jullie willen zolang en zo vaak als mogelijk is, bij elkaar zijn. Dat is het allerbelangrijkste voor beiden.
  • Er is veel fysiek contact in deze fase, inclusief spannende en leuke seks.
  • Jullie tonen interesse in elkaars leefwereld en hobby’s. Jullie willen er meer over weten en er deel van uitmaken.
  • Eigenschappen en gewoonten die je bewondert in de ander durf je wel eens overnemen.
  • Later zal je deze intense tijd omschrijven als een prachtige, beloftevolle en energieke periode.
  Knelpunt(en)
  Ruzies worden vermeden in deze fase, puur uit schrik de ander kwijt te raken. Komen ruzies toch voor, dan voelt het aan als het einde van de wereld. Sommige partners worden ook wat terughoudender, uit schrik hun identiteit te verliezen.
  Suggestie
  Durf los te laten. Een succesvolle relatie blijft een evenwichtsoefening tussen je overgeven aan gevoelens en controle houden over je eigen leven. Ruzie maken hoort erbij en is soms een noodzakelijke manier om meer over elkaar aan de weet te komen.
• Fase 2: de nestvorming (2 tot 3 jaar)
  • Het koppel besluit samen te gaan wonen.
  • Het seksuele leven wordt meer beheersbaar.
  • De onenigheden die onderdrukt werden tijdens fase 1, komen nu onvermijdelijk naar boven, omdat er allerlei praktische zaken moeten worden geregeld die tot confrontaties leiden.
  • Sommige koppels maken zich zorgen over hun relatie en verlangen naar de zekerheid dat hun relatie niet doodbloedt maar doorgroeit naar een andere fase. “Wat is er toch mis met ons!” is hier een vaak gehoorde kreet.
  Knelpunt(en)
  Wat aan de ander eerst vreemd maar best leuk leek, wordt in deze fase een bron van irritatie. Ook vrienden en familieleden kunnen spanningen veroorzaken. In fase twee komen er discussies omtrent de rolverdeling.
  Suggestie
  Leer constructief ruziemaken via bijvoorbeeld “geweldloze communicatie”. Zelfs de meest banale dingen zijn het waard om er over te discussiëren, omdat het een mogelijkheid biedt om onenigheden uit te praten. Door kleine kwesties uit te praten, leer je hoe het moet. Deze vaardigheden kunnen later ook met succes ingezet worden bij de aanpak van grotere problemen.
• Fase 3: de zelfbevestiging (3 tot 4 jaar)

  • In stadium 3 komt de individualiteit van een partner weer helemaal naar boven.
  • Om te groeien hebben relaties de individualiteit van de partners nodig.
  • Waar tot op dit moment vaak dingen werden opgegeven om bij elkaar te zijn, of de partner te steunen of te plezieren, komen hier de persoonlijke voorkeuren opnieuw duidelijk naar voor.
  • Ook hier moet dus een evenwicht gezocht worden tussen de relatie en het individu.
  Knelpunt(en)
  In deze fase volgt vaak een zoektocht naar meer persoonlijke vrijheid. De andere partner vraagt dan: “waarom wil hij/zij niet meer tijd met mij doorbrengen?” Degene met het minst zelfvertrouwen zal zich proberen te verstoppen in de relatie en houdt de ander soms tegen te doen wat hij/zij graag doet. Dit uit angst dat het de relatie zal verzwakken.
  Suggestie
  Leer compromissen sluiten. Koppels die de kleinere dingen uitgepraat hebben, zullen het minder moeilijk hebben wanneer deze thema’s ter discussie staan. Toch kunnen deze discussies lang blijven doorwerken. Maar opgeven mag geen optie zijn. Tot compromissen komen daarentegen is belangrijk, zoniet zal één van beiden de relatie domineren, waardoor deze uit balans raakt.

• Fase 4: de samenwerking (5 tot 14 jaar = de moeilijkste fase)
  • De relatie biedt intussen zekerheid en veiligheid.
  • Vanuit die basis ga je voor een nieuwe carrière of een bijkomende opleiding. Dit vraagt veel steun van de partner maar tegelijk worden de spanning en het nieuwe wel terug in de relatie gebracht.
  • Je kan ook gaan voor een gezamenlijk project zoals samen kinderen krijgen, samen een zaak starten, samen vrijwilligerswerk doen, avontuurlijke reizen maken of een woonst kopen.
  Knelpunt(en)
  Deze fase is de moeilijkste fase omdat:
  1) het gevaar bestaat dat je dusdanig op elkaar ingespeeld bent dat het allemaal zo vanzelfsprekend lijkt. Met het gevolg dat je de aanwezigheid van de partner nauwelijks meer waardeert of erkent;
  2) het in fase 4 ook kan gebeuren dat de ene partner sneller of in een andere richting groeit, dan de andere. Hier bestaat dus het risico dat de ene, de andere achter zich laat. Dit is vaak een realiteit bij koppels ontstaan toen de partners nog tieners of prille twintigers waren;
  3) stress via één van de “projecten”, ook zorgt voor stress in de relatie. Bij een slechte communicatie, verliest de ene zich in het project en voelt de andere zich buitengesloten. De lijn tussen aparte activiteiten die de relatie versterken of verzwakken, is helaas flinterdun.
  Suggestie
  Vrijgevigheid. Hoe minder bezitterig je bent, hoe beter. Deze overgang is niet gemakkelijk, vooral niet als de ene iets lanceert terwijl de ander daar niet klaar voor is. Maar steun en geloof bij de projecten is noodzakelijk en zal uiteindelijk de relatie verbeteren, en niet ondermijnen.
• Fase 5: de aanpassing (15 tot 25 jaar)
  • Het koppel past zich eerder aan de veranderingen aan, in plaats van telkens de relatie in vraag te stellen. De partners weten dat ze niet meer zullen veranderen.
  • De meeste koppels in dit stadium voelen zich (tot op een bepaald moment) tevreden, omdat de vriendschap en het gezelschap belangrijk zijn.
  • Op seksueel vlak is dit een bloeiperiode, door het verhoogde zelfvertrouwen én omdat ze niet meer malen om wat anderen denken.
  • Maar in dit stadium komen tevens de problemen het sterkst op de voorgrond, wat vaak leidt tot een “Ik hou wel van je, maar…” houding. Door elkaar te aanvaarden met de goede en slechte kanten, duikt het gevoel op dat verandering niet meer mogelijk is. Het zelfverzekerd gevoel kan wegebben en zelfs omslaan in een depressie omdat de partners zich weer speciaal willen voelen.
  Knelpunt(en)
  Omdat de partner niet meer zal veranderen, lijkt de enige uitweg erin te bestaan de relatie te beëindigen.
  Suggestie
  Naar elkaar luisteren. De partners kennen elkaar door en door maar grote veranderingen kunnen onverwachts toeslaan en een onvoorzien effect veroorzaken. De zich aanpassende partners veronderstellen allerlei dingen over elkaar, zonder te toetsen of dat nog klopt. Luisteren naar wat de ander zegt of net niet zegt, is in deze fase van groot belang.
• Fase 6: de hernieuwing (25 tot 50 jaar)
  • Vaak zijn de oudere koppels het intiemst en het meest romantisch.
  • De belofte van een toekomst samen is immers gerealiseerd.
  • Samen herinneringen ophalen en grapjes maken, is belangrijk.
  • In deze fase is “ik hou wel van je maar….” het minst waarschijnlijk.
  Knelpunt(en)
  Verschillen en persoonlijke verlangens worden moeilijk aangekaart en gezondheidsproblemen kunnen een zware druk op de relatie leggen.
  Suggestie
  Geduld en begrip opbrengen voor elkaar.