Tijdens het wieden bij valavond, was ik ongewild getuige van een korte babbel tussen twee buurvrouwen: Yvonne (90) en Simone (85). Beiden waren helder van geest, rad van tong en gebruikten slechts af en toe een wandelstok. Yvonne was weduwe geworden op haar vijfenvijftigste, Simone op haar tweeëntachtigste. De twee dames waren kinderloos, bemiddeld, bereisd en hadden op tijd en stond getafeld in de betere restaurants. Yvonne was huisvrouw gebleven, terwijl Simone dagelijks naar Brussel was gespoord waar ze een loopbaan bij de overheid had volgemaakt. Ik kende beiden sinds mijn kindertijd. Yvonne had een goed huwelijk achter de rug met een actieve, sportieve en knappe man. Een huwelijk waarin de liefde zeker van twee kanten was gekomen. Dat wist iedereen. Simone en haar man daarentegen, dat was andere koek. Haar man was dan ook een geval apart geweest en een fervent voorstander van het communisme. Een overtuiging die sneuvelde nadat hij een paar keer, met Simone uiteraard, Rusland had bezocht. Hij was het type man dat iedereen aanklampte om vervolgens in geuren en kleuren ongevraagd zijn kwaliteiten en avonturen uit de doeken te doen. Natuurlijk kon geen mens er ooit een speld tussen krijgen en stond hij helemaal centraal in elke babbel. Begrijpelijk dus dat het er tussen hem en Simone vaak bovenhands opzat. Ik hoorde hem soms roepen over de straat heen. Tegen haar wellicht, want huisdieren waren er niet. Begrijpelijk ook dat er bijna niemand over de vloer kwam bij hen. De man joeg iedereen ongewild weg. Sinds zijn overlijden, was dat wel even anders geworden. Vandaag wordt Simone omzwermd door mensen die haar “willen helpen”. Want er zijn geen kinderen, maar daarentegen wel een mooi, uitstekend onderhouden en alleenstaand huis plus flink wat geld, nietwaar? Maar Simone zou Simone niet zijn indien ze niet dwars door deze plotse golf van liefdadigheid heen zou kijken.
‘Hoe gaat het’, vroeg Simone aan Yvonne.
Ik spitste mijn oren want wist dat dit de beproefde intro was van Simone tot een ellenlange monoloog. Wie bij de hond slaapt krijgt immers zijn vlooien!
‘Ik mag niet klagen’, antwoordde Yvonne. ‘Maar gij houdt u toch ook goed, zie ik!’
‘Ik moet wel’, antwoordde de kranige Simone. Weet ge dat het vandaag dag op dag drie jaar geleden is dat Firmin gestorven is? Op een maand tijd, raakte ik mijn man kwijt. Op één maand tijd. Weet gij wel wat dat is?’
‘En of’, sprak Yvonne geheel naar waarheid. ‘ Ik ging even winkelen met mijn zus en toen ik thuis kwam lag mijn man dood in de zetel. En dat terwijl hij de dag ervoor nog bij de dokter was geweest voor een jaarlijkse controle. De dokter had zelfs voorspeld dat hij negentig jaar zou worden.’
‘Ik zei’, dramde Simone door, ‘dat ik mijn Firmin kwijt ben geraakt in één maand tijd.’
‘En ik zei’ ging Yvonne er dapper overheen, ’dat mijn man dood lag toen ik thuis kwam na het winkelen.’
‘En dat is nog niet alles.Daarbij heb ik de laatste jaren ook nog vier operaties gehad’, vervolgde Simone onverstoorbaar.
‘Vier, stel u dàt maar eens voor. Linker hartklep vervangen, darmperforatie, rechter hartklep vervangen en dan was er de nieuwe linkerknie. Ja, ik heb al wat meegemaakt de laatste tijd. Niets is mij bespaard gebleven. Niets. En nu ga ik nog een beetje schoonmaken want die werkvrouwen van tegenwoordig zijn allemaal gelijk. Ze doen hun werk maar half. À propos, wanneer komt ge eens koffie drinken?’
‘Ik bel u nog wel’, antwoordde Yvonne, waarop Simone traag terug naar huis waggelde.
Ik krabbelde overeind en bekeek Yvonne die zich intuïtief omdraaide.
‘Dat was weer de moeite’, riep ik haar toe.
‘Eenrichtingsverkeer’, antwoordde ze.
‘Maar ja, dat zijn we gewoon van madame Simone,hé? ‘
‘Gaat ge koffie drinken bij haar’, informeerde ik?
‘Ze kan haar koffie zelf opdrinken’, lachte Yvonne. ‘heb ik gelijk of heb ik gelijk? Ik ga nog wat piano spelen en een paar sms-jes versturen
‘Ge hebt volledig gelijk’, riep ik, terwijl ik haar nakeek toen ze terug haar huis binnen ging. Yvonne bezat nog steeds een goed gevoel voor humor, speelde piano als de beste en sms-te zo enthousiast als een tiener. Op zo’n manier oud worden lijkt me nog niet zo slecht, flitste het door me heen, terwijl de polonaise van Chopin al mijn kant op kwam.
Eenrichtingsverkeer
0
Share.